Galiameloen (Cucumis melo) BIO

Galiameloenen zijn gevoelig voor bodemschimmels, daarom is het raadzaam om jaarlijks op een andere locatie te telen of te kiezen voor een geënte variant. Deze planten moeten altijd omhoog worden geleid en ondersteund met stokken, spiralen of touwen die zijn vastgeknoopt aan een hoge horizontale draad, vooral in een kasomgeving.

Zaai de meloenen niet te vroeg en kies voor losse en warme grond. Ze hebben veel water nodig, maar vermijd koud water; verwarm het eventueel tot lauwwarm voor gebruik. Het bijmesten met koemestkorrels of een kleine hoeveelheid patentkali bevordert een goede vruchtzetting.

Meloenen dragen vruchten alleen aan de zijscheuten. Daarom is het belangrijk om de hoofdscheut na 4-5 bladeren te toppen en de ontwikkelde zijscheuten na 6 bladeren te toppen. De vruchten moeten worden geoogst wanneer ze rijp zijn, met een hoog suikergehalte en een zoete geur verspreiden.

Zorg ervoor dat insecten gemakkelijk de kas kunnen betreden via een raam of deur, omdat deze nodig zijn voor de bestuiving van de bloemen.

Teeltinformatie

• Naam: Galiameloen (Biologisch)
• Plantperiode: april - mei
• Oogstperiode: juli - augustus
• Plantafstand: 120 x 60 cm