25-04-2024 11 minuten leestijd
Water geven
Naarmate de temperatuur stijgt, hebben je planten meer vocht nodig omdat ze meer water verdampen. Zorg er daarom voor dat je ze regelmatig water geeft. Het is echter beter om twee keer per week wat meer water te geven dan elke dag een kleine hoeveelheid. Voordat je water geeft, controleer je het vochtgehalte van de grond door met je vinger te voelen aan de aarde. Als de grond nog vochtig aanvoelt, is het niet nodig om water te geven.
Om de dieper gelegen wortels te bereiken is het handig om flink wat water te geven, bijvoorbeeld door te sproeien met een tuinslang. Let er wel op dat elke plant een andere hoeveelheid water nodig heeft, maar wel genoeg vocht om te kunnen groeien! Een plant met weinig tot geen blad heeft ook minder water nodig. Geef altijd net zoveel water totdat het water aan de onderzijde de pot uitloopt, dan weet je zeker dat ook de kluit verzadigd is met vocht. Het water geven doe je in de ochtend- of avonduren om bladverbranding door de zon te voorkomen en om de bodem en planten de tijd te geven om het water op te nemen.
Vijver
De gezondheid van je vijver staat of valt met de kwaliteit van het vijverwater. Door regelmatig het water te testen, kun je ervoor zorgen dat je vijver in optimale conditie blijft. Het testen helpt je om de juiste balans te behouden en potentiële problemen te voorkomen. Als je merkt dat de balans verstoord raakt, is het belangrijk om direct in te grijpen. Door regelmatig te testen en snel te handelen, kun je je vijver prachtig en gezond houden. Let hierbij op de waterhardheid, karbonaathardheid en zuurgraad.
Daarnaast is het momenteel het perfecte seizoen om vijverplanten en waterlelies te vermeerderen en te verplaatsen. Plaats je waterplanten in vijvermandjes gevuld met speciale vijveraarde. Verwijder ook oude resten en dode bladeren van de bodem van je vijver met behulp van een schepnet. Het kan een paar dagen duren voordat je vijver weer zijn helderheid terugkrijgt na deze onderhoudsbeurt. Als je veel vuil op de bodem van je vijver ziet liggen, is het verleidelijk om meteen op te ruimen. Echter, wees voorzichtig en wacht tot het juiste moment. Het is mogelijk dat er nog dieren in hun winterrust verblijven, die je niet wilt verstoren. Als je besluit om de bodem schoon te maken, kun je een vijverstofzuiger gebruiken. Je kunt wel zeker al de vijverpompen schoonmaken en terugzetten. Ze mogen weer aan!
Met het stijgen van de temperaturen komen ook je vissen weer tevoorschijn in de vijver. Neem de tijd om ze goed te observeren en let op tekenen van ziekte, zoals beschadigde vinnen, vlekken, witte puntjes op hun lichaam, of kieuwen die openstaan. Zodra de temperaturen boven de 10 graden Celsius komen, kun je ook weer beginnen met het voeren van je vissen. Let erop dat je niet te veel voer geeft; het voer moet binnen enkele minuten worden opgegeten. Overtollig voer kan de vijver alleen maar vervuilen.
De lente is tevens een geschikt moment om eventueel nieuwe vissen aan je vijver toe te voegen. Houd hierbij wel rekening met de juiste verhouding: maximaal 2 kleine vijvervissen per 1.000 liter water. Wanneer je nieuwe vissen koopt, zorg er dan voor dat je ze snel naar huis brengt en plaatst ze in een emmer of grote bak met het transportwater. Laat ze geleidelijk wennen aan het water van je vijver door er wat van toe te voegen aan het transportwater. Na ongeveer twee uur kun je ze dan in je vijver vrijlaten.
Heggen bemesten
In het vroege voorjaar, wanneer heggen weer tot leven komen en beginnen te groeien, is het ideale moment om ze te bemesten. Op dat moment hebben de planten de nodige voedingsstoffen nodig om nieuwe bladeren en takken te ontwikkelen. Door op dit moment te bemesten, geef je de heggen de beste kans om gezond en sterk te groeien.
Het bemesten van heggen is van cruciaal belang voor hun groei en kracht, vergelijkbaar met snoeien. Door mineralen en voedingsstoffen toe te voegen aan de grond, stimuleer je een gezonde groei en versterk je de heg. Kies altijd voor organische mest, omdat dit zowel milieuvriendelijker is als gunstiger voor het bodemleven in je tuin. Als het mogelijk is, selecteer mest die speciaal is samengesteld voor het type heg dat je hebt. Om ervoor te zorgen dat je de juiste hoeveelheid kunstmest aan je heg kunt toedienen, is het belangrijk om de afmetingen van je haag te kennen. Meet de lengte, hoogte en diepte van je haag om het totale oppervlak in vierkante meters te berekenen. Met deze informatie kun je nauwkeurig bepalen hoeveel kunstmest je nodig hebt om je heg optimaal te voeden.
De benodigde gereedschappen voor het aanbrengen van kunstmest op je haag variëren afhankelijk van de grootte van de haag. Voor kleinere heggen volstaat wellicht een handschep, terwijl je voor grotere heggen mogelijk een strooier of sproeier nodig hebt. Kies het juiste gereedschap op basis van de omvang van je haag, zodat je de kunstmest gelijkmatig en efficiënt kunt aanbrengen. Of je nu gebruikmaakt van een strooier of de mest met de hand aanbrengt, het is van groot belang om ervoor te zorgen dat de mest gelijkmatig over je heg wordt verdeeld. Na het aanbrengen van kunstmest is het essentieel om je heg grondig water te geven, zodat de voedingsstoffen diep in de grond kunnen doordringen en de wortels bereiken. Dit niet alleen om ervoor te zorgen dat je planten de voeding opnemen, maar ook om te voorkomen dat de bladeren verbranden.
Snoeien
Snoeien in mei? Zeker! Zorg ervoor dat je in deze maand de snoeischaar bij de hand hebt, goed geolied en klaar voor gebruik! Voordat je begint met snoeien, is het belangrijk om de struiken grondig te inspecteren, omdat er mogelijk vogelnestjes in zitten. Onthoud, in mei leggen alle vogels een ei!
Voor groenblijvende hagen zoals buxus, liguster, coniferen en hulst is mei een geschikte maand om te snoeien, hoewel het tot augustus kan worden uitgesteld. Maar een snoeibeurt in mei zal de jonge scheuten beter doen ontwikkelen. Plan het snoeien op een bewolkte dag, zodat de snoeiwonden sneller genezen. Ook de steenvruchtbomen zoals perzik, abrikoos, pruim en kers mogen na de bloei in mei worden gesnoeid.
Rond het midden van mei zijn rododendrons meestal uitgebloeid. Verwijder de uitgebloeide bloemen bij een rozet van bladeren, zodat de plant goed terug kan groeien. Loop ook je tuin na op zaaddozen, bijvoorbeeld van uitgebloeide seringen.
Moestuin
Mei is een prachtige maand voor de moestuin, waarin de lente volop bloeit. Voor veel tuiniers is mei de ultieme maand in de tuin, gekenmerkt door een overvloed aan groei en levendig groen. Tijdens deze periode groeien je groenten snel. Om te voorkomen dat wortelen, pastinaken en koolsoorten worden aangetast door ongedierte, is het raadzaam om ze zo lang mogelijk onder tuinvlies of insectengaas te houden.
Naast je groenten schiet ook het onkruid als een speer uit de grond. Schoffelen tijdens droog weer kan veel handmatig wiedwerk overbodig maken. Wees alert op de koolvlieg, die actief is vanaf midden april tot eind mei. Neem ook maatregelen tegen de ajuin- en wortelvlieg; tuingaas biedt hier goede bescherming.
Begin met het verzamelen van organisch afval om je composthoop aan te leggen. Alle groene planten uit de natuur zijn geschikt. Let echter op de aanwezigheid van plantenwortels; als deze aan de buitenkant van de composthoop zitten, zullen ze blijven groeien.
Binnen in potten kun je deze maand pompoen, courgette en komkommer zaaien. Vanaf half mei kunnen warmteminnende groenten zoals pompoen, aubergine, peper, paprika en anderen naar buiten worden verplaatst. Zaai sperziebonen, pronkbonen en stokbonen in potten op de vensterbank of in een kas. De jonge planten kunnen eind mei of begin juni buiten worden geplant.
In de moestuin is het tijd om bieten, andijvie, koolrabi, sla, radijs en maïs te zaaien. Om je groenten goed te laten groeien, geef je water aan de rijen groente via een druppelslang. Laat jonge tomatenplanten binnenshuis staan en zet ze pas begin juni op een zonnige, beschutte plek buiten. Bekijk ook de handige Zaai Kalender: een vrolijk geïllustreerde poster op A3-formaat die je helpt om nooit meer te vergeten wat te zaaien voor je moes- of siertuin.
Dieren in de tuin
In mei zie je de tuin langzaam tot leven komen, met een toenemend aantal vlinders die elegant rondfladderen. Misschien heb je zelfs al bezoek gehad van een vrolijke hommel! Deze prachtige dieren zijn dol op bloeiende planten, dus hoe meer variatie je in je tuin hebt, hoe meer van deze bezoekers je zult aantrekken!
Niet alle bloemen zijn even geschikt voor vlinders. Sommige planten met overdreven grote bloemen of dubbele bloemblaadjes zijn weliswaar esthetisch aantrekkelijk, maar ze produceren vaak weinig nectar en stuifmeel, wat vlinders juist nodig hebben. Het is daarom beter om te kiezen voor eenvoudige bloemen en inheemse planten. Varieer in hoogte en bloemvorm, zodat elke vlinder iets kan vinden waar hij of zij van houdt. En wist je dat vlinders vooral dol zijn op paarse, roze en gele bloemen? Denk aan;
Paars: lavendel, ijzerhard, kruipend zenegroen, herfstaster
Roze: koninginnekruid, adderwortel, hemelsleutel, zonnehoed (inclusief variëteiten met gele bloemen), valeriaan
Geel/wit: klimop, paardenbloem, grote teunisbloem, look-zonder-look.
Door nectar- en stuifmeelrijke planten en kruiden te planten, zoals komkommerkruid, bieslook, lavendel, kattenkruid, rozemarijn en oregano, kun je de bestuivers in je tuin extra helpen!
Vergeet ook geen drinkbak neer te zetten voor de vogels in je tuin, ook zij zullen met de stijgende temperaturen meer vocht nodig hebben, help ze dus vooral met een bak water. In de lente is het ook een uitstekende tijd om vogels bij te voeren, vooral met levende of gedroogde meelwormen in je tuin. Deze wormen zitten boordevol eiwitten, wat essentieel is voor vogels, vooral tijdens het broedseizoen. Soorten zoals merels, roodborstjes, pimpelmezen en huismussen zijn er dol op en kunnen ze zelfs meenemen voor hun jongen als er weinig rupsen beschikbaar zijn.
Het is belangrijk om te voorkomen dat de meelwormen op de grond terechtkomen, omdat egels ze 's nachts kunnen eten. Meelwormen kunnen namelijk gevaarlijk zijn voor egels. Om dit goed gescheiden te houden raden we aan om eens een kijkje te nemen naar onze dierenhuizen. Je kan wat kattenvoer in een egelhuis neerleggen, om de egel weer te kunnen bijvoeren.
Hiermee stimuleer je de biodiversiteit in je tuin. Insecten, eekhoorns en egels maken je tuin levendig en zorgen dat de natuur in balans blijft. Je kunt je tuin dus extra aantrekkelijk maken door het bieden van beschutting en het geven van wat extra voer. Juiste beplanting met bomen en struiken helpt enorm, maar ook als je minder ruimte hebt kun je met een hotel voor insecten ook al veel dieren in je tuin helpen!
Opknappen
Zorg ervoor dat je terras weer fris en uitnodigend is. Geef je tuinmeubelen een goede poetsbeurt en verwijder eventueel mos en groene aanslag met terrasreiniger of hogedrukreiniger. Schaf wellicht een prachtige tuinset aan, om klaar te zijn voor de eerste warme zomeravonden. Veel potten blijven in de winter buiten staan. Vergeet niet, voordat je ze weer beplant, kun je ze nu maar alvast goed schoon schrobben.
Controleer of er potten van poreus aardewerk tussen zitten. Zorg ervoor dat deze potten voldoende water hebben geabsorbeerd voordat je de planten erin plaatst. Dit is ook het moment om je houten tuinmeubels in de beits te zetten, op een droge dag. En geef tuinmeubels en pergola’s van bamboe een laagje bamboelak. Zo kun je binnenkort weer volop genieten van een ontspannen kopje koffie in de warme zon. Heb je een kas in de tuin? Zorg dan voor beschutting met behulp van schermen of door de ramen van de kas te bekalken. De temperatuur kan namelijk snel oplopen in de kas, wat vooral jonge en gevoelige planten kan beïnvloeden.
Het voordeel is, als je in mei de zonnige dagen al meepakt voor opknapwerk, dat je tuin er piekfijn uitziet en je kunt gaan genieten van je tuin in de prachtige zomermaanden.